VERSLAG: THEMASESSIE 5 KANSENGELIJKHEID IN HET ONDERWIJS
Tijdens de themasessie ‘Kansengelijkheid in het onderwijs’ bespraken Marlou Jenneskens en Monaïm Benrida van de Gelijke Kansen Alliantie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, hoe het onderwijs kan bijdragen aan kansengelijkheid. Nadat alle aanwezigen kennis hadden gemaakt met de regionale verschillen en de meerdeling in de samenleving, doken ze dieper in de theorie. Hier werd een onderzoek van het Verweij-Joncker Instituut naar factoren die samenhangen met kansenongelijkheid in het onderwijs besproken. Deze factoren zijn op vijf niveaus (leerling, familie, school, wijk en samenleving) bepalend voor de kansen die je hebt. De wijk waarin je opgroeit, is bepalend voor je positie later, merkte een van de deelnemers op. Ook werden door de deelnemers enkele goede voorbeelden genoemd om kansengelijkheid in het onderwijs te bevorderen: de Gezonde Basisschool van de Toekomst (GBT), de verlengde schooldag, de family schools en de werkwijze bij Rijswijks Lyceum.
Nieuw initiatief Ministerie OCW
In het laatste deel van de workshop werd stilgestaan bij de manieren waarop het Ministerie van OCW kan bijdragen aan de bevordering van kansengelijkheid in het onderwijs. Op Rijksniveau is structureel één miljard euro per jaar beschikbaar voor het bevorderen van kansengelijkheid, waarvan een groot deel is gereserveerd voor de Rijke Schooldag. Er zijn al verschillende initiatieven in Nederland en het Ministerie is in mei een voorloperstraject gestart. In dit traject worden initiatieven verder uitgewerkt én uitgebreid naar scholen en dus ook leerlingen. De deelnemers van de themasessie zijn blij met het nieuwe initiatief, maar wijzen ook op het belang van een duurzame, meerjarige financiering en op de noodzaak om meer buurt- en wijkgericht te werken.